Hoe vermijd je ze?
Veelvoorkomende spelfouten zijn soms eenvoudig te vermijden. Sommige taalregels zijn erg ingewikkeld maar er zijn ook ezelsbruggetjes die er voor zorgen dat je bepaalde woorden nooit meer fout schrijft. Het verschil in gebruik van jou en jouw bijvoorbeeld kan je leren aan de hand van een ezelsbruggetje. Ook de schrijfwijze van samenstellingen, of wanneer je een d of een t moet gebruiken is vaak simpel aan te leren. Is het Nederlands moeilijker dan andere talen? Waarschijnlijk niet. We kijken eerst eens naar de oorsprong van de Nederlandse taal.
Waar komt het Nederlands vandaan
Het Nederlands maakt deel uit van de West-Germaanse subgroep van Indo-Europese talen, ook wel Indo-Germaanse talen genoemd. De oorsprong van de taal ligt in Anatolië, waar nu Turkije ligt. Andere talen die tot die taalfamilie behoren zijn onder meer het Duits, Engels. Zweeds, Fries en Deens. Je vindt in die talen dan ook veel overeenkomsten in woorden, vaak wel anders uitgesproken. Na de volksverhuizingen rond 500 na Christus zijn in onze omgeving aparte talen ontstaan, waaronder het Nederlands. Zo’n 1500 jaar geleden dus. Sindsdien is er natuurlijk wel het een en ander veranderd in ons taalgebruik en de schrijfwijze. De Nederlandse taal wordt wereldwijd gesproken door zo’n 23 miljoen mensen (moedertaalsprekers). Hiermee staat Nederland op de 37e plaats van de ca. 6000 verschillende talen wereldwijd. Op nummer 1 staat het Chinees gevolgd door Spaans, Engels en Arabisch.
Spelfouten op je site is niet handig
De een ergert zich dood aan spelfouten waar het een ander echt niets uitmaakt of er wel of geen spelfouten in een tekst staan. Of die fouten niet ziet. Je weet echter nooit wie jouw website bezoekt en of deze persoon wel of geen moeite heeft met spelfouten. Daarom is het altijd beter om te voorkomen dat er veel fouten op je site staan. Immers, je loopt het risico daarmee direct een doelgroep te missen, namelijk die mensen die zich er wel aan ergeren. Het maakt op hen een lakse en soms onbetrouwbare indruk. Iemand kan zich afvragen hoe professioneel een bedrijf is dat zich presenteert met teksten vol spelfouten. Google wordt ook steeds slimmer en kan jouw teksten beoordelen op schrijfstijl en inhoud. Slechte teksten betekent een lagere ranking in de zoekmachines.
Een paar ezelsbruggetjes
De uitleg op school in verband met jou en jouw is voor veel mensen lastig te begrijpen: bezittelijk en niet bezittelijk. Weet je niet wanneer je jou of jouw schrijft dan is daar een simpel trucje voor. Vervang het woord jou door een willekeurige naam, bijvoorbeeld Susan. Zet nu de naam Susan in de plaats van het woord jou in de zin.
Voorbeeld:
Die fiets is van jou. → Die fiets is van Susan.
Dat is jouw fiets. → Dat is Susans fiets.
Zie je wat er gebeurt? Als de letter s achter de naam van Susan komt, komt er ook een w achter het woord jou.
Nog een voorbeeld:
Dat verhaal van jou was heel interessant. → Dat verhaal van Susan was heel interessant.
Jouw verhaal was heel interessant. → Susans verhaal was heel interessant.
Makkelijk toch?
Een ander probleem dat veel voorkomt: wel of geen t achter vind, brand en vele andere werkwoorden. Wanneer is het nou met een d en wanneer met dt? Op school leren we het met stam + d en stam + dt maar vaak is dat onbegrijpelijk en ingewikkeld.
Ook hiervoor is een super makkelijk ezelsbruggetje. Je vervangt het woord waarover je twijfelt gewoon voor het woord “lopen”. Soms krijg je dan een rare zin maar dat geeft niet.
Voorbeeld:
Zij vindt (dat een raar boek). → Zij loopt (dat een raar boek).
Vind jij (het ook een raar boek)? → Loop jij (dat ook een raar boek)?
Je ziet wat er gebeurt: de ene keer komt er een t achter loop en de andere keer niet. Hetzelfde geldt voor het woord vind. Natuurlijk zijn de zinnen met het woord lopen een beetje gek maar dat is verder niet belangrijk.
Nog een voorbeeld:
Ik land (om 4 uur met het vliegtuig). → Ik loop (om 4 uur met het vliegtuig).
Hoe laat landt (het vliegtuig)? → Hoe laat loopt (het vliegtuig)?
Zo hoef je je dus nooit meer te vergissen in de d en dt.
Nog een tip: er is alleen een dt mogelijk in een woord dat zelf een d bevat. In het werkwoord kijken, zien en dergelijke zit geen d, dus krijg je ook nooit een dt.
Nog wat tips en ezelsbruggetjes
Hierna vind je nog tips om veelvoorkomende spelfouten te vermijden. Wanneer schrijf je gewoon een s en wanneer een ’s achter een naam? De s komt er altijd gewoon aan vast tenzij de naam op een klinker eindigt. Voorbeelden:
Piets Ludo’s
Susans Imre’s
Karels Yvonne’s
Op zoek is gewoon los. Steeds vaker zien we zinnen als “ik ben opzoek naar”. Een veelgemaakte fout want het is “ik ben op zoek naar”. Je zoekt iets, niet je opzoekt iets.
Deze fout houdt verband met het werkwoord opzoeken. Wel goed is “ik denk dat ik je volgende week weer opzoek”.
Samenstellingen van woorden worden in principe altijd aan elkaar geschreven. Twijfel je, schrijf ze dan gewoon aan elkaar. Alleen als beide woorden met een klinker beginnen komt er een streepje tussen. Soms is het nodig de letter s tussen de woorden te plaatsen. Dat hoor je vanzelf als je het woord uitspreekt.
Nonnenklooster
Kabouterparcours
Regelneef
Computervirus
Er zijn nog veel meer soorten samenstellingen, bijvoorbeeld met afkortingen (tv-programma), met vreemde woorden (freelancecontract). Twijfel je over de schrijfwijze van een samenstelling kijk dan op internet of vraag de Schrijverije om advies. Je mag altijd even mailen.
Schrijf je zelf teksten maar twijfel je over bepaalde woorden? Vraag dan de Schrijverije om gratis advies over veelvoorkomende spelfouten. Wil je teksten laten nakijken op spelling en grammatica dan helpen we je graag. Tenslotte is het belangrijk om jezelf en je bedrijf zo professioneel mogelijk te presenteren!
30 oktober 2019 Sonja Schwedersky, De Schrijverije